Berberine kan een belangrijke rol spelen in het oplossen van niet-alcoholische steatohepatitis

Niet-alcoholische steatohepatitis wordt vaak veroorzaakt door een ongezonde levensstijl. Het is een metabolische ziekte dat vaak
samenhangt met overgewicht.

Aan de ene kant zorgt insulineresistentie ervoor dat vetzuren zich ophopen in de lever en veranderen in triglyceriden. Aan de andere kant worden deze daarna ook te langzaam afgebroken. In dit onderzoek werd gekeken of berberine een rol kan spelen om het natuurlijk afbreken van vet
in de lever weer op gang te brengen. De conclusie van het onderzoek is dat behandeling met berberine veilig was en beter werkte dan andere behandelingen voor deze ziekte. De onderzoekers denken dat berberine vet metabolisme verbetert.

Berberine kan een belangrijke rol spelen in het oplossen van niet-alcoholische steatohepatitis

Samenvatting van het artikel

Een gerandomiseerde, parallel gecontroleerde, open-label klinische studie werd uitgevoerd in drie medische centra. Een totaal van 184 in aanmerking komende patiënten met NAFLD (Niet-alcoholische steatohepatitis) werden bevraagd en ontvingen 1) willekeurig (i) leefstijlinterventie (LSI), 2) LSI plus pioglitazon (PGZ) 15 mg qd, en 3) LSI plus berberine (BBR) 0,5 g tid, respectievelijk, gedurende 16 weken.

Levervetgehalte (HFC), serumglucose- en lipidenprofielen, leverenzymen en serum- en urine-BBR-concentraties werden voor en na de behandeling beoordeeld. De onderzoekers analyseerden ook het BBR-gehalte in de lever en expressie van genen die verband houden met glucose- en lipidemetabolisme in een diermodel van NAFLD dat met BBR is behandeld.

In vergelijking met LSI resulteerde behandeling met BBR plus LSI in een significante vermindering van HFC (52,7% vs 36,4%, p = 0,008), parallel met een betere verbetering van het lichaamsgewicht, HOMA-IR en serumlipidenprofielen (alle p< 0,05). BBR was effectiever dan PGZ 15 mg qd bij het verminderen van het lichaamsgewicht en het verbeteren van het lipidenprofiel. BBR-gerelateerde bijwerkingen waren mild en kwamen voornamelijk voor in het spijsverteringsstelsel. De BBR-concentraties in serum en urine waren respectievelijk 6,99 ng/ml en 79,2 ng/ml bij de met BBR behandelde proefpersonen. Dierproeven toonden aan dat BBR in de lever gelokaliseerd werd en de aan het levermetabolisme gerelateerde genexpressie veranderde.

Conclusie: BBR verbetert NAFLD en gerelateerde stofwisselingsstoornissen. Het therapeutische effect van BBR op NAFLD kan een directe regulatie van het leverlipidemetabolisme inhouden.