De 21ste eeuwse vegetariër is tolerant

De 21ste eeuwse vegetariër is tolerant

Je kunt niet geloven in god, dan ben je atheïst. Je kunt twijfelen aan het bestaan van god, dan ben je een agnost. Het onderscheid tussen vegan en vegetariër is een beetje hetzelfde. Een vegan is streng in de leer en wijst onceremonieus het establishment dat vlees eten predikt af. De vegetariër durft niet echt kant te kiezen en is dus eigenlijk geen van beide. Het is geen happy medium. Het is een kleurloos non-commitment.

 

Zoals ik het zie zijn er eigenlijk drie redenen waarom je vegan zou kunnen gaan eten. 1) je doet het voor het milieu; 2) je doet het om dierenwelzijn redenen; 3) je doet het voor je eigen gezondheid. Alle drie de redenen zijn heel valide redenen en ik kon me perfect vinden in alle drie.

 

Zeker drie jaar at ik alleen vegan, tot ik overging naar de dark side. Nu eet ik ook vegetarisch en dat bevalt me uitstekend. Ik voel me op geen enkele manier serieus verleid door vlees. Het kan moeilijk zijn op vakantie. In de meeste landen is vegetarisch eten een excentriciteit die met honende ogen geduld wordt. Het is iets voor toeristen. Zeker mannen die vegetarisch eten, worden gezien als watjes. Echte mannen eten vlees. Waar haal je anders je eiwitten vandaan?

 

Stoppen met vlees eten hielp me af van een onuitstaanbare hypocrisie, namelijk dat ik gek was op dieren, maar continue ook dieren op at. Kippetjes eten, daar had ik niet zo’n gevoel bij. Kippen zijn niet knuffelbaar. Varkens daarentegen en koeien, dat zijn dieren die verrassend veel menselijks in zich hebben. Ze hebben een gezichtsuitdrukking. Wat me vooral aan het hart ging was de manier waarop varkens gehouden werden. Dat is godgeklaagd.

 

Als vegetariër moet je natuurlijk het nodige laten staan. Alle producten waar vleesproducten in verwerkt zitten mogen eigenlijk niet meer. Er zitten in meer dingen vlees dan je zou denken. Kaas bijvoorbeeld: gemaakt met stremsel – een enzym gehaald uit de maag van kalveren. Dat is wel een zware domper want de meeste vegetariërs die ik ken, zijn dol op kaas; ik meegerekend. De meeste soepen die je koopt in de supermarkt zijn getrokken uit dierlijke producten. Een grote schrok voor mij was dat er ook dierenproducten in sommige biertjes zaten. Deze schrok ben ik niet echt meer te boven gekomen en het heeft het raam opengezet om toch weer dierlijke producten te gaan eten.

 

De laatste paar jaren kregen vegetariërs er veel voor terug. Vleesvervangers worden misschien door puristen met de nek aangekeken, maar dat is in mijn optiek zwaar onterecht. De Beyond producten zijn heerlijk. Clichés als “Je proeft het verschil niet” en “net zo lekker als vlees” kan ik – hoewel ik liever elk cliché op voorhand afwijs – me toch helemaal bij aansluiten. De reden daarvoor is dat dit bij voorgangers zeker niet het geval was. Een grappig persoon uit mijn leven zei een keer (een mond vol van die smerige eerste generatie vleesvervangers): “ik weet wel dat het vegan is, maar is het wel biologisch afbreekbaar?”

 

Ik heb wel eens horrorverhalen gehoord over vegans die moesten worden opgenomen in het ziekenhuis doordat ze serieuze tekorten hadden opgebouwd van het ene of het andere ding. Zolang ik vegan was, heb ik in ieder geval nergens last van gehad. Ik trainde terwijl ik vegan was ook enorm zwaar. Het fitst en sterkst dat ik ooit ben geweest (en met enige afstand) was toen ik vegan was. Ik heb niet overdreven gelet op extra eiwitten in mijn voeding of iets van dien aard. Toch dacht ik: “Wat is er nog meer niet mogelijk, al zou ik wel vlees eten?”.

 

Ik denk dat ik serieus gezonder ben geworden van het niet meer eten van vlees. Vroeger raakte ik snel buiten adem, voelde ik me sloom en was ik altijd moe; zeker in de ochtend. Dat is nu wel weg. Toch is het moeilijk om te zeggen of dit komt door mijn algemene levensstijl of alleen door het eten. Vroeger rookte ik ook sigaretten en ik had een heel onlogisch slaapritme. Ik rookte regelmatig wiet, wat al helemaal niet helpt om het meeste uit je dag te halen. Ik zou me misschien al zorgen moeten maken over de hartproblemen die erfelijk zijn in mijn familie, maar dat doe ik totaal niet. Het voelt alsof ik dat niet hoef te doen en ik geloof toch dat je zoiets aanvoelt of aan je lichaam ziet.

 

Het sociale aspect van vegetarisch eten is wat sommigen misschien afschrikt om de overstap naar vegetarisch eten te maken. Niemand wil lastig zijn tijdens een etentje met vrienden. Sociale uitsluiting ligt altijd op de loer als je anders bent of anders wilt. In mijn omgeving werd het echter direct geaccepteerd dat ik niet meer vlees wilde eten. Zelfs de wat ruwere groepjes die niet overliepen van eerbiedigheid maakten er zelden grapjes over. Als die werden gemaakt hadden de meeste uit de groep er nauwelijks een gevoel bij. Anno 2022 denk ik toch dat het normaal wordt om geen vlees meer te eten. Ik schaam me er ook absoluut niet voor. Ik voel me ook niet verheven boven anderen, ook al vind ik het wel wreed dat andere mensen vlees eten. Ik heb heel veel vrienden die zich onder de rubriek flexitariër scharen. Ergens vind ik deze beweging getuigen van een vorm van intellectueel- en ethische armoede. Aan de andere kant realiseer ik me hoe hypocriet ik dan ben en dat elke maaltijd zonder een stuk vlees, een stap in de juiste richting is.

 

De toekomst voor de vegan en vegetarische beweging schat ik in als rooskleurig. Er komen volgens mij steeds meer mensen bij die pertinent vlees afzweren, hoewel de hoeveelheid geconsumeerde vlees wereldwijd elk jaar stug doorstijgt. Het is een extreem paradox: aan de uiteindes van het spectrum is de toename het grootst. Ik denk toch dat er serieuze interesse is om de lage prijzen voor vlees wat realistischer te maken door de belastingen te verhogen op vleesconsumptie. Ik denk dat de belangstelling voor gezondheid en gerelateerde levensaanpassingen zal stijgen. Hoe je het ook wendt of keert, vlees zoals Nederlanders gewend zijn om het te eten, bij 2 of 3 maaltijden en als tussendoortjes, is gewoon niet echt gezond. Zeker zogenaamde processed meats zijn aangetoond kanker te veroorzaken.

 

Streng in de leer of een halfhartige bijdrage: het doet er niet echt toe want elke maaltijd zonder vlees is een verbetering ten opzichte van de status quo. Ik ga mezelf of anderen niet veroordelen om wat we eten. Voor mijzelf kan ik in ieder geval geen eindscenario bedenken waarin ik zou stoppen vegetarisch eten. Je stopt eigenlijk alleen met dingen die je als onprettig ervaart en moeilijk vindt om vol te houden. Dat is vegetarisch eten niet in het geringst voor mij. Ik kan het van harte aanbevelen. Het helpt je af van een problematisch paradox namelijk dat we sommige huisdieren houden voor gezelschap en de andere geboren wordt om vervolgens onder wrede omstandigheden te slachten. Wie wil daar nu niet vanaf?