Sporten: gezondheid, uiterlijk en meditatie

Op een gezonde manier presteren

Wetenschappers denken dat primitieve samenlevingen jagers en verzamelaars niet meer dan de helft van de dag bezig waren met taken, en de rest van de dag vrije tijd hadden. Die taken waren niet monotoon; er waren allerlei taken nodig om de kleine maatschappij in stand te houden. Er werd in de vrije tijd gespeeld, geluierd, gegeten. Heel veel andere activiteiten waren er niet om de tijd mee te doden. De primitieve mens was ook bij uitstek een sociaal dier. Als nomaden trokken ze door het landschap en volgden simpelweg het eten en de seizoenen.

 

We leven in een maatschappij waarin we continue worden geprikkeld. We worden geprikkeld door mensen om ons heen, entertainment en technologie. We leven in de regel stationair en veel van het werk dat we doen is gespecialiseerd. We doen het werk doorgaans 5 dagen per week op gezette tijden. In onze vrije tijd hebben we vaak sociale verplichtingen, privézaken die moeten worden geregeld of doen we iets om gezond en fit te blijven.

 

Ons lichaam geeft ons feedback of dingen goed voor ons zijn of slecht. Naast lichamelijke feedback, zoals een gezond en fit lichaam dat goed slaapt, tot een opgewekte stemming en een zelfverzekerd gevoel; er zijn allerlei manieren waarop je lichaam je vertelt dat het zich senang voelt. Het zijn subtiele hints, maar wie goed oplet en luistert, laat zich makkelijk gidsen zonder dogmatische diëten, studies, of valse profeten.

 

Het probleem ontstaat doordat de activiteiten die we in de afgelopen 60 jaar zijn gaan doen mijlenver af staan van de manier waarop ons lichaam en ons brein zich heeft ontwikkeld. De positieve (en negatieve) feedback loops die we hebben aangemaakt in ons lichaam om goed gedrag te belonen en slecht gedrag af te straffen, zijn dezelfde als van een primitief mens, maar ons milieu verandert in verschrikkelijk hoog tempo. Ons leven lijkt in de verste verte niet meer op die van een primitief mens. Hierdoor kunnen serieuze problemen ontstaan waar grof geschut in de vorm van medicijnen voor nodig is om ons weer enigszins te genezen. Zittend achter de computer, kun je RSI krijgen, rugklachten, problemen met je ogen, je komt lichaamsbeweging tekort en vitamine E. Om dit op te lossen komen we misschien wel in de ziektewet of moeten we naar een fysiotherapeut en voedingssupplementen nemen.

 

Een belangrijke aanwakkeraar van het ontstaan van lichamelijke en psychologische klachten in prestatiedrang. Waar prestatiedrang precies vandaan komt is moeilijk te herleiden, maar ik denk dat de bron ergens gezocht moet worden in het feit dat we sociale dieren zijn en de behoefte voelen onszelf met elkaar te meten. Status, bezittingen, seksuele partners, macht of invloed: het zijn allemaal criteria waarop we onze levens met elkaar vergelijken. We vergelijken ons doorgaans met mensen die het beter hebben. Een mooier huis, een strakker lichaam, een goede baan – het maakt sommige van ons jaloers. Hoewel we die zaken zelf niet altijd heel belangrijk vinden, we weten dat andere mensen ze wel belangrijk vinden.

 

We zitten al heel erg op een verkeerd spoor doordat ons evolutionair proces de recente ontwikkelingen van ons leven niet bij hebben gehouden. Prestatiedrang gooit alleen olie op het vuur omdat we als een doldwaze wagenmenner ons nog harder die weg afjagen in de richting van een onverbiddelijk rood verkeerslicht. We zouden er juist allemaal goed aan doen om een voorbeeld te nemen aan onze voorouders. De kans is groot dat we een stuk gezonder en gelukkiger zouden zijn. Het zal echter niet zo goed mogelijk zijn om dit te doen, tenzij we het allemaal doen. Als een deel van ons het leven van onze voorouders gaat leiden, maar ziet dat het andere deel mooiere spullen heeft, zal jaloezie mogelijk leiden tot depressie. Het is dus nog niet zo gemakkelijk om zomaar even het roer om te gooien, ook al is de kans groot dat de mensheid daar wel bij gebaat is.

 

Hier komt nog een andere complicerende factor bij kijken, en dat is dat ons brein het heerlijk vindt om prestaties te leveren. Elke keer dat wij iets doen dat lijkt op een prestatie, worden stoffen in ons brein aangemaakt om ons te belonen. De belangrijkste stof is dopamine. Vergis je niet: we zijn dopamine junkies. Van de monnik in een klooster tot de heroïne verslaafde in de goot, we zijn allemaal verslaafd aan het bij onszelf opwekken van een goed gevoel. Dat goede gevoel komt in de vorm van dopamine.

 

De oplossing lijkt simpel: vindt een gezonde manier om dopamine bij jezelf op te wekken middels prestaties. Ook dat is nog niet zo gemakkelijk. Tijdens het behalen van een doel van betekenis, zal de dopamine aanmaak minimaal zijn. Dingen doen die moeilijk of zwaar zijn, is niet leuk. Een doel van betekenis bereiken is juist afzien. Het moet altijd duidelijk zijn waar je zo voor lijdt. Als je dat vergeet, is de kans dat je het doel toch bereikt minimaal. Je moet jezelf niet voor de gek proberen te houden door allerlei niets betekenende doelen voor jezelf te stellen die geen uitdaging voor je zijn. Een doel behalen moet wel enige vorm van inspanning vergen en enige betekenis voor je hebben. Het doel om de hele dag chips te eten en op de bank te zitten kan voor heel veel mensen waarschijnlijk geen dopamine ontlading veroorzaken. Een vastgeroest schroefje losdraaien, ook al ben je er de hele dag mee bezig, zal ook weinig dopamine losmaken bij de meeste mensen. Hoe groter de subjectieve prestatie, hoe groter de dopamine rush. Met andere woorden, de prestatie moet de inspanning waard zijn en ook echt wel ergens over gaan voor jou.

 

We moeten dus een manier verzinnen om de positieve effecten van prestatiedrang te verenigen met ons evolutionaire afstelling als mens. Ik heb wel een idee over hoe dat zou kunnen.

 

Ik roep in deze blog op om iets te doen wat traditioneel geassocieerd wordt bij prestatiedrang. Jezelf elke dag uitdagen zal namelijk leiden tot een continue aanwas van prestaties en de daarbij geassocieerde dopamine ontladingen. Tegelijkertijd moeten die doelen gesteld worden in de geest van de primitieve mens. De primitieve mens kon namelijk ook wel doelen stellen. Hij wilde zich misschien bewijzen als jager, een ontgroening doormaken, de opvoeding van een kind begeleiden. Waar ik voor pleit is het stellen van doelen die echt gezond voor ons zijn. Dat mogen heus wel werk gerelateerde onderwerpen zijn, zo lang het niet alleen werk gerelateerde onderwerpen zijn. Een instrument leren spelen, een sportieve prestatie leveren, een technische vaardigheid onder de knie krijgen, een goede partner zijn – er zijn tal van manieren waarop je een stevige dosis dopamine uit je brein kunt lospeuteren. Dit zijn prestaties die je leven verrijken op een manier dat meer geld, status of seks met wisselende partners ooit zal kunnen.

 

Voor heel veel mensen zal deze opdracht erg lastig zijn. Werk kan voor sommige een van de weinige plekken zijn waar ze een prestatie kunnen leveren. Dat wordt afkicken en tegennatuurlijk voelen. Ik weet niet of je het moet forceren. Een mens is ook een dier dat zich aanpast aan zijn omgeving. Als prestaties op werk de enige manier zijn om je gelukkig te voelen, ga ik niet zeggen dat je dat niet meer mag. Stel jezelf alleen de vraag: is dit vol te houden? Haal ik zo het meeste uit m’n leven? Als het antwoord op die vragen ja is, kun je deze blog vergeten. Als het antwoord nee is, dan heb je de keus: leg je jezelf neer bij je lot, of ga je proberen een ander pad op te gaan in je leven. Dat in zichzelf zou je eerste grote prestatie kunnen zijn, die je de grote dopamine rush kan geven waar je naar hunkert.